Sunday, May 8, 2011

Amasra II

Yuri heeft de nacht doorgebracht in Zonguldak - de eerste grote kuststad na Istanboel - en zal vandaag zijn weg vinden naar Amasra. Ik zeg Jordi en Climent vast door te fietsen niet wetende wanneer Yuri aankomt en of wij dan meteen vertrekken. We spreken af ons elders in Turkije te treffen als de gelegenheid zich nog voordoet. Ik maak opnieuw mijn weg naar de bibliotheek voor wat verder gerommel met mijn foto's en ontmoet daar niet veel later een gebrekkig Engels sprekende dame die docente blijkt.
We spreken af - op haar initiatief - later onder het genot van een kopje koffie een gesprekje te voeren. Zo geschiedt en ik stel mijn oordeel over de over de kwaliteit van Turkse docenten Engels al snel wat bij als blijkt dat haar kennis van de grammatica de mijne ver overstijgd. Haar 'probleem' schuilt hem vooral in het (niet) vloeiend spreken en de kleine woordenschat. De dame - Meral is haar naam - blijkt al enige jaren met pensioen en had oorspronkelijk een ingenieurstitel in de metallurgie bemachtigd, maar was door de overheid omgeschoold naar docente in verband met tekorten voor de klassen. Als Yuri aankomt wordt ons die avond een bed aangeboden en tevens gevraagd of we zin hebben in een avondje poëzie? Het is reuze gezellig met veel jonge mensen en muziek, etcetera. Blij met het bed vertrouwen wij op het oordeel van onze gastvrouw en volgen haar naar het stadje Bartın. De avond staat in het teken van de 100e verjaardag van een (dooie) lokale dichter. Wij krijgen een plaats aan de lange tafel in het midden van de zaal en de avond vangt aan. Het duurt niet lang of er volgt onverwacht hooggeëerd bezoek van respectievelijk twee naasten en de zoon van de dichter! Wij hebben het eerste half uur al geen woord verstaan van alle plechtigheden en met het binnentreden van de hooggeëerde gast is het voornemen van Meral om voor ons te tolken ook van tafel; het zou onbeleefd zijn geweest naar de gasten. Wat volgt is een uur lang stilzitten met een (sensationeel absurd) gevoel van misplaatstheid dat zich hier niet onder woorden laat brengen. Het gevoel wordt er niet minder op daar de plechtige gasten de drie stoelen direct naast ons bezetten en er schijnbaar geen idee van hebben dat ons gebrek aan passende non-verbale repliek aan ons niet kennen van Turks ligt.
Als ik de moed heb gevat de tafel te verruilen voor een minder prominente plek op de trap naar de ingang kom ik naast een roodharige jongedame van eigen leeftijd te zitten die me samenzweerderig de vraag "are you boring?" stelt. Ik antwoord met omhoog gekrulde mondhoeken en wat woorden later zijn we gedrieën op weg naar een biertje. Haar naam is Esra en haar kennis van het gesproken Engels lijkt zo goed als ons gezamenlijk Turks, dus we houden de conversatie levend door weer op groep 3 niveau de woorden bij getekende plaatjes te vragen.
Ze laat vallen dat ze de volgende ochtend met vrienden 40 kilometer wil gaan wandelen en vraagt of wij ook willen? We kijken elkaar verbouwereerd aan en verifiëren even dat het daadwerkelijk om 40 kilometer gaat, om dit later ook nog eens bij Meral te laten vertalen en besluiten dan deels in ongeloof deze suïcidale poging wel te willen ondernemen. Na een nacht op een bedbank in de logeerkamer van Meral (terug in Amasra) nemen we 's ochtends de dolmuş naar Bartın en treffen daar Esra met haar schoolvrienden. Bij het zien van de 8 paar All Stars en spijkerbroeken lijkt onze scepsis terecht geweest - de tocht naar onze bestemming is gewoon op 4 wielen. We doen eerst boodschappen voor de lunch en laten ons dan naar Ulus bussen.
In Ulus treffen we een Turk in zijn 50er jaren die we gisteravond al ontmoetten; een schoolhoofd en tevens dichter die 20 jaar in Arnhem heeft gewoond, en nu nog altijd net z'n naam in het Nederlands kan uitspreken - Yuri en ik zijn onder de indruk. Ondanks dat we er geen woord uit op konden maken moesten we toch zeker één van zijn Turkse dichtbundels meenemen. Ook vandaag is de man in vrijgevige bui; hij ontvangt ons als jarenoude vrienden en bespaart ons de taxirit naar onze bestemming door zelf even een busje met chauffeur te regelen.
Onze bestemming blijkt spectaculair (we bevinden ons naar verluidt bij één van de grootste 'canyons' ter wereld, aan de hand van welke criteria bleef ons onduidelijk) - een indrukwekkende waterval en stroomversnelling bijeengepakt tussen twee enorme rotswanden, even abrupt beginnend als eindigend in weeldig groene windows-achtergronden.
Het gezelschap zetelt zich na afloop op één van de picknicktafels onder aan de canyon en een gezellige lunch volgt waarbij wij tot groot vermaak van de anderen even ons beste Turks tentoonspreiden. We hadden ze daarop wel mooi tu(r)k met het zoeken naar waar wij toch in vredesnaam op doelden met ons 'albibek' ['I'll be back'] (in het Turks eindigen vreselijk veel woorden op -ek).
Als we terugbussen naar Bartın blijkt er van de plannen om ook deze avond nog gezellig te doen niet veel meer over - Yuri zit stuk en de rest van ons gezelschap lijkt inspiratieloos. We nemen afscheid en laten ons door Esra vergezellen terug naar het dolmuşstation. Esra zal vanavond nog bij Meral langskomen, dus tot dan. Eenmaal in Amasra belanden we snel bij Meral thuis die voor mij erg lekkere gepaneerde visjes frituurt. Yuri was doodmoe in bed beland, maar kruipt er weer uit tegen de tijd dat Esra haar neus laat zien, en dan is het mijn beurt om in te storten.

De volgende morgen is Yuri niet op zijn vrolijkst en geeft aan te moeten fietsen - een gevoel dat ik herken uit Istanboel. We starten langzaam, doen het einde van de ochtend nog thee op het gemeenteterras en rijden dan na het middaguur weg richting Cakras, nieuwe dopamine-verlichting tegemoet.

From 15 Amasra

From 15 Amasra

From 15 Amasra

No comments:

Post a Comment