Thursday, April 28, 2011

Slapen bij de huisarts

Ik zit in een kamer die ooit plaats bood aan een fysiotherapeut of 'cheap-ass' psyschiater - of beter nog, vast een huisarts. Dit afgeleid van een leeg kokertje pijnstillers en een behandeltafel die nu dienst doet als mijn schrijfplek.
Vandaag was mijn eerste volledige dag alleen fietsen. Yuri's griepje bleek hardnekkig dus besloot hij dit een paar dagen uit te zieken met een dak boven zijn hoofd. Omwille van financiele en avontuurlijke redenen koos ik alvast het ruime sop.
Vanaf hoog aan een muur kijket een onbeweeglijke, kalende Ataturk mee op mijn gekrabbel, terwijl de koude muren en tegels worden verlicht door een even kale gloeilamp. Wiens eigendom de kamer precies is weet ik niet, maar de eigenaar van het winkeltje verderop had in ieder geval de sleutel in bezit - mij is het om het even.
Mijn eerste meters deze ochtend gingen niet bepaald vanzelf. Gisteravond, terwijl ik na Yuri in Yalova 'tot ziens' te hebben gezegd er nog 60 km vol plantages doorheen wist te jagen (rrrr, dopamine!), besloot ik in mijn eindige wijsheid een plaatsje vlak tegen een meer te betrekken. Het werd al donker, dit zag er redelijk vlak uit en het was bovendien vrijwel onzichtbaar vanaf de autoweg 15m verderop. Het land leek toe te behoren aan een van de plantages, maar werd niet benut voor andere doeleinden dan het wegmoffelen van rotzooi. Desalniettemin stond ik er zonder het te vragen en de lege jachtgeweerhulzen - her en der verspreid over het paadje naar de plek in kwestie - waren niet aan mijn aandacht ontgaan.
Ik kook eerst avondeten, wachtende op het donker om ook scherpe ogen geen blik op mijn lichtgroene tentje te gunnen. De laatste hap werd vergezeld door een welgemikte druppel in mijn nek en ik probeer in een handeling zowel mijn tent op te zetten als alle openstaande tassen in veiligheid te brengen. Een ruim half uur later kan ik eindelijk naar binnen kruipen en begint het te hozen. De haringen kwamen nog geen centimeter diep de stenen grond in, dus alles werd provisorisch opgelost met rondslingerende rotsblokken.
Het begint te hozen en achter mij laat plots een heel voetbalstadion aan kikkers gedurende de hele bui - en de aansluitende derde helft - een prima avond te beleven. Mijn wekker staat om 6 uur in de hoop een boze grondbezitter te ontlopen, maar leg dat maar eens uit aan het voetballegioen Turkse kikkers naast mij. Om half 12 sust de boel een beetje in en het wakker liggen is na 2 uur voorbij. De volgende ochtend is het pad naar de weg van eenzelfde substantie als de eerdergenoemde pottenbakkersklei uit Termal, dus ik kan mijn lol weer op met een dwarse pakezel als fiets. Ik ben zelf geen ezel overigens, en om dat gegeven kracht bij te zetten parkeer ik 's middags nog eens (3e keer) in dezelfde derrie - het zag er nu echt droog uit - om een broodje weg te happen.
Ik maak kilometers in de vroege ochtend, maar vanaf half 11 is de pret voorbij - of begint deze pas. Om 10 uur laat het zonnetje zien ook prima door de mistbanken heen te kunnen verwarmen als ie z'n best doet, en plots zitten alle çayevi vol met oude heertjes die stuk voor stuk hartelijk antwoorden op mijn merhaba's. Tussen dan en het einde van de dag belanden er zo'n 14 kopjes çay onder mijn gehemelte terwijl ik in mijn vier woorden Turks mijn verhaal mag doen. Het liefst ook aan meerdere tafeltjes in hetzelfde theehuisje. Of zonder thee, door een open raampje van een busje dat langszij rijdt, terwijl ik naar de volgende koers.
Om 5 uur tref ik de laatste heertjes, waarvan er een aantal met een lang werkverleden in Duitsland de conversatie opeens aanmerkelijk makkelijker maakt. Op de vraag of ze een plaatsje voor de nacht weten wordt ik allereerst per auto naar een stro-schuurtje geleid dat ik met vrolijk optimisme accepteer. Ik heb het strooien bed nog niet gemaakt of ik word naar een andere locatie meegenomen; naar blijkt het burgemeesterskantoortje. Als de huidige weldoener na een korte rondleiding vol zelfvertrouwen de sleutel aan de binnenkant in het slot steekt en de deur achter ons dichttrekt, blijkt het lastig om mijn gezicht in de plooi te houden - tot groot vermaak van de twee terrasjes grijsaards aan de overzijde van de straat.
De laatste 3 çay van de dag worden me aangeboden terwijl ik - onder de indruk dat een oplossing aanstaande is - rustig wacht op wat er komen gaat. Er gaat een bezemsteel door een ruitje en een joch van 10 kruipt naar binnen. Ik kijk met lede ogen naar de met glas bezaaide grond - veeg nog wat weg - en accepteer ergens de rest van de reis op een lekkend matje door te brengen, of de kwestie komt aan de orde waar ik dan naar het toilet zou moeten? Nu ja, er is een leegstaand pand verderop met een toilet, enne.. Hier is de sleutel, ik loop wel even mee. Vermoedende wat er komen gaat neem ik mijn fiets aan de hand en wandel mee terwijl er voor mij een lichtje opgaat.

Het leukste van deze episode was hoe ik in het begin nog slechts door een enkeling wordt verwelkomd en hoe dit vervolgens overslaat op de rest. De oude mannetjes bij het cafe waren geinteresseerd, maar naar hun tuinen hoefde ik in eerste instantie niet te vragen. De winkeleigenaar met de sleutel keek allerminst vriendelijk, maar het schaap-over-de-dam-effect, zoals we met z'n drieen dat in Frankrijk en Italie ook al veel meemaakten was opmerkelijk. Toen de deur dichtviel en iedere aanwezige bekende betrokken werd bij dit vraagstuk, had de daar vertegenwoordigde gemeenschap in zijn totaal besloten deze vreemdeling een nacht onderdak te bieden. Uiteindelijk voelde het alsof er 10 man direct gemoeid waren met het vinden van mijn slaapplaats, de rest zat met çay als achterwacht op de tribunes. Al zou er nog een opmerking geplaatst kunnen worden over het ontbreken van vrouwen in het straatbeeld, ik voelde me er desalniettemin even daadwerkelijk thuis.

No comments:

Post a Comment