Deze eerste aanblik van Turkije buiten Istanboel deed ons wel even versteld staan; afgegaan op de ansichtkaarten zou niemand thuis geloven dat we ons buiten Zwitserland bevinden - tot en met de huizenbouw aan toe. Uitzondering is een prominent opgestelde buste van Ataturk ('vader turk') die ons met rood spotlight-schijnsel op zijn wangen gadeslaat. Hij zou het vermoedelijk minder naar zijn zin hebben op Zwitsers grondgebied, maar dat terzijde.
Opmerkelijk: In Turkije is het bij wet verboden kritiek te uiten, in kwaad daglicht stellen of anderszins in diskrediet brengen van 'vader turk'; op straffe van een of meerdere jaren cel. Of dit tevens geldt voor de Turkse vlag is mij niet bekend. Feit is in ieder geval dat iedere tot nu toe door ons tegengekomen (openbare) manifestatie van een van beide iconen, voor het daglicht komt alsof deze er de dag ervoor geplaatst waren- spik en span. De straten in Istanboel mogen dan 3 seizoenen per jaar openliggen, maar werkgelegenheid genoeg als het aankomt op het onderhoud van DE man en zijn vlag.
We besluiten dat dit oord vermoedelijk iets te hoog gegrepen is om met onze kampeerdrift aan te kloppen en bewegen ons een tweetal kilometers tot buiten de bewoonde wereld, voor een kampeerplaats in het open veld. In Albanie waren we al het een en ander aan onverharde wegen tegengekomen, maar dat wat ons hier onder de wielen verschijnt blijkt weer van een totaal andere orde. Het door traktorbanden omgeploegde pad blijkt uit dichte kleigrond te bestaan, waar het regenwater van de week eerder nog geen weg uit heeft gevonden. Binnen enkele meters zit mijn achterspatbord tot de rand toe gevuld met deze pottenbakkersmaterie en sleur ik mijn fiets als een dwarse ezel met zijn hakken in het zand (lees: vastgekleid achterwiel) de resterende meters richting een lonkend stukje vlakke grond. Tegen de tijd dat mijn binnentent gestalte krijgt, blijkt dat onze poging om te ontsnappen aan priemende ogen niet geheel geslaagd was en komen twee heren van de plaatselijke politie even polshoogte nemen. Een kort geanimeerd gesprek later ga ik tot mijn knieen diep in een modderpoel staan en wordt Yuri met 80km/u - zonder gordel ("no problem, no problem!") - langs alle bezienswaardigheden van eerder die dag gechauffeurd. Bij terugkomst heeft hij 'misschien een beter idee voor een plaatsje voor de nacht', zoals deze vriendelijk door de politieheren was aangewezen. We vertrekken zodra ik mijn slipper terug heb gewonnen uit de klauwen van het kleimonster - nu zijn ook beide armen netjes onder het kleimasker geweest, en dat spul krijg je er niet makkelijk af.
Onze kampeerplek blijkt het parkeertgerrein van de enclave, een plek die naar Europese maatstaven op zich al een Landal Greenparks locatie waardig zou zijn. We happen een kleine maaltijd weg in een even klein eettentje en slapen onze eerste nacht sinds lange tijd weer onder (tent)zeil en slaapzak. De volgende dag worden we opnieuw verblijdt met een bezoek van de dan dienstdoende politiesurveillanten - wederom heren met een even ontwapenende als ontwapende houding. Het voorkomen van de politiebeambtes doet Yuri en ik ons onderhand in een grote openlucht-peuterspeelzaal wanen; orde handhaving op z'n Termal's blijkt iedere dag opnieuw de kamperende vreemdelingen op het politiebureau uitnodigen voor een kopje koffie, of gezellig mee boodschappen doen in het dorp. Per slot van rekening, die ene kilometer bergopwaarts denkt toch geen mens over om per fiets af te leggen?!
We vermaken ons overdag op ons priveterrein met wat lezen, amateuristisch houtsnijwerk en vuurtje steken. Die avond, als ons kampvuur na zijn laatste stuiptrekkingen er toch echt de geest aan geeft om redenen die wij niet kunnen bedenken, kruipen wij onze tenten in en luisteren hoe de 'muezzin' ons vanaf zijn torentjes in slaap zingt. Dat vervolgens alle bewoners van het duistere bos om ons heen hetzelfde zouden doen hadden we niet zien aankomen. In eerste instantie was de gewaarwording zo absurd dat wij het gevoel hadden in de maling genomen te worden door een buslading grapjassen. Het enige geluid dat we thuis konden brengen leek op wolvengehuil, de rest van het orkest bestond uit aap- en vogelachtige kreten; niets dat wij ooit gehoord hadden.
Toen ik de tweede nacht buiten mijn tent stond en de 'muezzin' weer aanzette werd het geheel toch aanzienlijk intimiderender; in het donkere woud waren echt geen menselijke stembanden aan het werk. De schrik werd er niet minder op daar we de nacht ervoor weer eens door een nieuwsgierige/verbaasde/territoriale(?) viervoeter uit onze slaap waren geblaft, en de dichtstbijzijnde straatverlichting grofweg op zo'n twee voetbalvelden afstand van onze tenten staat. Dit waren misschien wel de twee mafste nachten tot nu toe.
From 14 van Termal naar de zwarte kust (Karasu - Zonguldak) |
From 14 van Termal naar de zwarte kust (Karasu - Zonguldak) |
No comments:
Post a Comment