Wednesday, May 25, 2011

Gerze, Bafra, Havza

Ik rijd 's ochtends weg na een koninklijk ontbijt - de waakzak (waakhond in slaapzak) had zijn werk goed verricht. Vanzelfsprekend is van betalen geen sprake, ook na herhaaldelijk vragen. De weg naar Bafra (tussen Sinop en Samsun) is dusdanig vlak dat ik er met meewind een kruissnelheid van bijna 30km/u op nahoudt - de 60km is in twee uur afgelegd. In Bafra rijd ik een stukje verkeerd maar word - alsof ze t ruiken - al snel met fiets en al een busje in gehesen om met een duwtje in de rug weer de juiste weg te vervolgen. Over de vraag of dit daadwerkelijk de juiste weg is wordt nog even met opgetrokken wenkbrouwen uitgezocht; 'cjok rampa!' .. "aha! maarre.. yim gencj!" druk gebarende naar mijn bovenbenen van formaat. Sja, jong of niet, de route is toch fout, ga nou via Samsun..
Die avond kampeer ik op een mooie uitkijk aan het stuwmeer dat Bafra ooit zal verzwelgen. De beesten die die nacht rond mijn tent hobbelen lijken klein van formaat, maar ik ben de wolvengeluiden uit Termal nog niet vergeten, dus snelle slaap wordt het niet.
De plek is misschien 10km landinwaarts en nu al is het verschil in klimaat voelbaar. De nacht is warm, maar de klamme atmosfeer maakt slapen zonder slaapzak net te koud, met te warm. Met enigszins doffe oogjes kruip ik weer de fiets op en werp een laatste blik naar achteren op de Kara Deniz die nu voorgoed uit het zicht verdwijnt.
Dat de heren uit het busje met enige kennis van de omgeving spraken wist ik natuurlijk al lang, de weg die na het stuwmeer volgde werd ingeleid door niet aflatende colonnes vrachtverkeer afkomstig van de immense steengroeve wat kilometers verder. Voor iedere vrachtwagen leken ze er ook een hond op na te houden, alleen passeerden die niet netjes allemaal op een meter afstand. Deze waren met z'n allen aan het luieren op hun priveparkeerplaats aan de ingang van de groeve, wachtende op over-modderige-wegen-ploeterende vakantiefietsers.
Een doorsnee blaffende hond doet me al enige dagen niet zoveel meer. Als een kandidaat - niet al te groot - in zicht komt trek ik mijn bamboe-hondenprikker vast onder de spinnen vandaan en begin in mezelf wat vieze praat te murmeren. Lijkt er toenadering gezocht te worden dan volgt een schreeuw- en scheldkanonnade en steek mijn lans richting de kandidaat in de hoop dat ze begrijpen dat ze het eerst van deze stok moeten winnen. Er is nog geen dier een oog kwijt geraakt, hooguit wat gekrenkt door de verwensingen.
Terug naar de hondjes; al kneep ik m bij de eerste 'woef' wel even, uiteindelijk waren er gelukkig maar twee van de twintig op mijn leven/kuiten uit. De rest hield het voor gezien bij het vooruitzicht de modder in te moeten, of überhaupt op te staan.
De weg vervolgd slingerend door prachtig berg- en weilandschap en ik doe een thee/brunchstop in het toepasselijke Esençay. De 60 km vanaf daar naar Havza zijn zwaar werk. Er komt hooguit één auto(busje) per uur voorbij waarvan de bestuurders kijken alsof ik over hun oprit fiets. Een grote hond verder rij ik uiteindelijk de uitgestrekte vallei in waar Havza in de verte pronkt. In de kalmte van dit oord - nog altijd hooguit vier auto's per uur - zet ik mijn tentje op in één van de velden manshoge struikjes. Ik verras een schildpadje met mijn komst en terwijl de grapjas onder mijn neus zich tracht te verstoppen achter een pluim gras besluit ik de lichaamsdelen die doorgaans weinig tot geen zon zien, ook eens van de vrijheid te laten genieten. Nudistje spelen in Turkije; ik had het van tevoren ook niet aan zien komen, maar bloed kruipt waar ehh.... Juist.

No comments:

Post a Comment